doorbetalen bij ziekte

Kom je zo kosteloos van een zieke werknemer af?

Jammer de bammer, moet deze werkgever hebben gedacht toen zijn parttimer ziek werd. Want doorbetalen tijdens ziekte vindt hij wat prijzig. Weet je wat, we doen alsof we een beëindigingsovereenkomst hebben getekend. Trapt de rechter daar in?

Een man heeft op 7 januari 2019 als chauffeur een arbeidsovereenkomst voor 15 uur per week afgesloten met een koeriersdienst. Eind februari valt hij ziek uit. De werkgever hoort dan het loon nog 104 weken voor 100 procent door te betalen. De werknemer ontvangt echter alleen het loon over februari en daarna niets meer.

 

Hij sommeert op 11 en 15 april via een advocaat tot loondoorbetaling, maar zonder succes. De advocaat heeft gerechtelijke stappen aangekondigd en spant nu een kort geding aan bij de rechtbank met de eis tot loonbetaling tot einde dienstverband.

 

Werkgever overlegt beëindigingsovereenkomst op zitting

De werkgever overlegt op de zitting een ondertekend ‘Model beëindigingsovereenkomst dienstverband’. Daarin staat dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden op 31 maart 2019 zal worden beëindigd. De werknemer voert aan dat de handtekening onder deze overeenkomst niet van hem is, maar is vervalst. De kantonrechter stelt dat sprake is van een spoedeisend belang: in dit kort geding moet worden beoordeeld of de gestelde looneis ook in een bodemprocedure in stand zal blijven.

 

Vraagtekens bij echtheid handtekening werknemer

De rechter kent aan de beëindigingsovereenkomst niet de waarde toe die de werkgever daaraan gehecht wil zien. In de eerste plaats vecht de werknemer de echtheid van de handtekening onder deze overeenkomst gemotiveerd aan. De bewijslast van die echtheid rust op de werkgever, maar voor een onderzoek daarnaar biedt een kort geding geen ruimte.

 

Daar komt nog bij dat de werkgever pas op de zitting met dit document op de proppen komt. Dat wijst bepaald niet in de richting van een authentiek stuk. Het stuk zou op 28 februari ondertekend zijn. De rechter ziet niet in waarom de werkgever het document dan niet meteen bij de eerste sommatie op 11 april heeft gebruikt om de vordering van de werknemer af te wijzen.

 

Belangrijker: geen teken van goed werkgeverschap

Maar belangrijker is dat, zelfs als het om een authentiek stuk gaat, moet gelden dat een goed werkgever zijn werknemer (en met name een zieke werknemer) juist behoort te behoeden voor het ondertekenen van een dergelijke overeenkomst. Want het is evident dat de gevolgen daarvan voor de werknemer zeer nadelig kunnen zijn.

 

Het is daarom aannemelijk dat de werknemer in een bodemprocedure de rechtsgeldigheid van die overeenkomst met succes kan aanvechten. De arbeidsovereenkomst is ook niet op andere wijze voortijdig beëindigd.

 

Daarom concludeert de rechter dat in een eventuele bodemprocedure het oordeel waarschijnlijk zal zijn dat de arbeidsovereenkomst nog steeds van kracht is. Hij wijst daarop de vordering van de werknemer toe.

 

Bron: Kantonrechter Maastricht, 11 juni 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:5365
Auteur: Rob Poort | Bureaupoort.nl