Privacyschending komt werknemer duur te staan

Bewijsnood rechtvaardigt privacyschending niet

Een (ex-)werknemer neemt geen genoegen met zijn transitievergoeding. In zijn zucht naar een hogere vergoeding overschrijdt hij de grenzen van het toelaatbare en schendt de privacy-rechten van zijn voormalig werkgever. Dat komt hem heel duur te staan.

 

 

 

Werkgevers horen de privacyrechten van medewerkers te respecteren en een beleid te voeren dat inbreuk op hun privacy tegengaat. Dat neemt niet weg dat werknemers regelmatig klachten indienen bij de Autoriteit persoonsgegevens over vermeende privacyschending door werkgevers.

 

Maar werknemers nemen het ook niet altijd even nauw met de privacy van anderen. Dat wordt maar al te duidelijk in een recente zaak bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.

 

Spanningen tussen directeur-eigenaar en werknemer

Een werknemer is sinds juli 2011 in dienst als manager financiële en juridische zaken. Op 2 februari 2015 is hij vanwege medische klachten arbeidsongeschikt geraakt. In de loop van de tijd zijn er spanningen ontstaan tussen de directeur-eigenaar en de werknemer.

 

Na mislukte mediation verzoekt de werkgever in januari 2018 ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Dit op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (de g-grond) en met toekenning van een transitievergoeding aan werknemer. De kantonrechter heeft conform dit verzoek de arbeidsovereenkomst ontbonden. Ook heeft hij aan werknemer de transitievergoeding toegekend van ruim 16.000 euro bruto.

 

Verstandhouding partijen onherstelbaar verstoord

De werknemer gaat daarop in hoger beroep. Daarin verzoekt hij om toekenning van een billijke vergoeding van 100.000 euro bruto, bovenop de reeds betaalde transitievergoeding. In hoger beroep oordeelt het Hof, net als de kantonrechter eerder, dat de verstandhouding tussen partijen onherstelbaar is verstoord.

 

Meerdere pogingen om de arbeidsverhouding te herstellen door middel van mediation, zijn mislukt. Zelfs het meest normale overleg tussen partijen stond bol van de verwijten. Normale werkafspraken maken in het kader van re-integratie was daardoor nauwelijks mogelijk. Het gerechtshof vindt dat vaststaat dat de arbeidsverhouding onherstelbaar is verstoord. Die constatering is mede gebaseerd op e-mails en stukken die door de werknemer in hoger beroep zijn ingebracht. De ontbinding blijft dan ook in stand.

 

Toegang tot e-mailaccount en telefooncentrale

Maar het Hof gaat nog een stapje verder. De werknemer heeft zich in de periode van 11 januari 2017 tot 29 juni 2018 regelmatig toegang verschaft tot het mail-account van de directeur-eigenaar. Dat blijkt uit de e-mails en stukken die de werknemer in hoger beroep heeft ingebracht.

 

De werknemer was sinds februari 2015 feitelijk niet meer werkzaam en heeft in september 2015 zijn laptop ingeleverd. Desondanks heeft hij zich toegang weten te verschaffen tot alle in de genoemde periode verzonden en ontvangen mailberichten van de directeur-eigenaar. Die laatste was daarvan niet op de hoogte.

 

Daarnaast is gebleken dat de werknemer zich toegang heeft verschaft tot de digitale bestanden van de telefooncentrale van de werkgever. Hij heeft op of omstreeks 29juni 2018 een audio-opname laten horen van een gesprek tussen de directeur-eigenaar en diens raadsman.

 

Bewijsnood rechtvaardigt privacyschending niet

De werknemer probeert zijn handelswijze te rechtvaardigen door te stellen dat dit de enige manier was om de onrechtvaardige behandeling door zijn werkgever te bewijzen. Maar het Hof gaat daar niet in mee. Dat hij wist dat hij zonder toestemming handelde, heeft de werknemer immers ter zitting in hoger beroep erkend.

 

Maar zelfs eventuele bewijsnood aan de zijde van de werknemer rechtvaardigt een dergelijke privacyschending niet. Het hof acht dit een ernstige inbreuk op de privacy van de directeur-eigenaar. Het vindt deze gedragingen, die mede hebben geleid tot het oordeel dat de arbeidsverhouding duurzaam is verstoord, ernstig verwijtbaar.

 

Werknemer moet transitievergoeding terugbetalen

 

Het Hof komt daardoor tot de conclusie dat de werknemer door de privacyschending ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Om die reden heeft hij geen recht gehad op de eerder toegekende transitievergoeding. Het hof veroordeelt de werknemer daarop tot terugbetaling van de transitievergoeding aan de werkgever. Het gedrag van de werknemer zorgt ervoor dat hij in hoger beroep alles kwijtraakt.

Pascal Willems | advocaat en eigenaar van WVO advocaten.