Rechter wijst voor het eerst ontslag op i-grond toe

Te weinig vertrouwen tussen werknemer en werkgever

De kantonrechter heeft voor de eerste keer een verzoek van een werkgever om de arbeidsovereenkomst van een werknemer te ontbinden op basis van de i-grond toegewezen. Er was volgens de rechter voldoende bewijs voor een bijna voldragen ontslaggrond.

De i-grond of cumulatiegrond maakt het sinds de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) mogelijk om meerdere ontslaggronden te combineren, zodat deze samen een voldragen ontslaggrond kunnen vormen. Tot nu toe werden verzoeken van werkgevers om ontslag op de cumulatiegrond afgewezen. In een recente uitspraak wees de rechter dit verzoek wel toe. De kantonrechter oordeelde dat er in deze zaak sprake was van een bijna voldragen ontslaggrond. De rechter zag hierin voldoende reden om over te gaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van de i-grond.

 

Te weinig vertrouwen tussen werknemer en werkgever

In de zaak ging het om een werknemer die in zijn functie van accountmanager onder meer verantwoordelijk was voor het werven nieuwe klanten. De werkgever gaf aan dat de werknemer niet aan de verwachtingen voldeed, waarop de werknemer liet weten dat hij de verwachtingen van de werkgever niet realistisch vond. De werkgever vond dat de werknemer zijn vertrouwen had geschonden. Begin 2020 startten de partijen met mediation, maar dit mislukte. De werkgever verzocht de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden vanwege disfunctioneren (d-grond) en een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) en daarnaast op basis van een combinatie van beide gronden, de i-grond.

 

Discussie over functioneren

Om tot ontbinding op de i-grond over te kunnen gaan is onder meer vereist dat er sprake is van één bijna voldragen ontslagrond. De kantonrechter oordeelde dat dit het geval was. Er was geen voldragen d-grond, omdat de werkgever de werknemer onvoldoende gelegenheid had gegeven om zijn functioneren te verbeteren. De rechter stelde wel vast dat er een verstoorde arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer bestond. Ook hier betrof het echter geen voldragen ontslaggrond, omdat de verstoorde arbeidsverhouding in verband stond met het meningsverschil over het disfunctioneren van de werknemer.

 

Verhoging transitievergoeding

Werkgever en werknemer hadden wel geïnvesteerd in het herstellen van het vertrouwen door een mediationtraject, helaas zonder resultaat. Omdat er daarom volgens de rechter wel een bijna voldragen ontslaggrond was, ging de kantonrechter toch over tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van de cumulatiegrond. De rechter verhoogde de transitievergoeding die de werkgever aan de werknemer moest betalen daarbij met 50%, aangezien de werkgever steken had laten vallen in het verbetertraject

 


Rechtbank Midden-Nederland, 6 juli 2020, ECLI (verkort): 2705